top of page

UITGEBREIDE BIOGRAFIE  1

Op 11 jarige leeftijd wilde ik gitaar leren spelen en ging naar het conservatorium in Tilburg. Ik ontmoette daar de legendarische Bill Coolen (foto 1). Hij vroeg me wat ik wilde, moderne muziek of klassiek. Mijn keuze ging uit naar lichte muziek. Oh, zei Bill, dan moet je bij mij thuis zijn.

Ik kocht in de muziekwinkel bij Bill (in de voorkamer) een Egmond gitaar. Het lesgeld was fl. 1,50 en fl. 1,00 voor de afbetaling van de gitaar. (foto 2) Hij zou dan in één jaar betaald zijn. Ik was een voorspoedige leerling en Bill bracht mij alle kneepjes van het vak bij. Het was een leuke tijd. Ik kreeg een speciale band met Bill en werd kind aan huis. Na verloop van jaren gingen wij samen gitaarles geven in Best en Oirschot. Als hij een teveel aan leerlingen had , stuurde hij ze naar mij.

Veel van mijn leerlingen zijn nadien in goeie bands terecht gekomen o.a. Will Coolen bij “Les Cruches”, Theo Janssen, Tijn Gelens bij “The Melody Mixers”.  Inmiddels had ik ook een banjo aangeschaft en speelde in diverse dixieland bandjes o.a. met Chris Grotenhuis en Robbie van Mook.

Klarinet trok mij ook, ik had les van Daan Willhagen. Het eerste half jaar mocht ik niets anders dan lange noten spelen, “daar krijg je een mooie toon van”, zei Daan.

 

Na wat muzikale omzwervingen kwam ik als gitarist terecht in de groep “The Avalons”, o.a. met Maurice van der Kaa. (foto 3) Een gezellige groep en we traden regelmatig op voor volle zalen. Op een gegeven moment werd ik benaderd door Stef Hoes van “The Lime Tree Cats”. Mark de Kok stopte ermee en Stef vroeg mij of ik hem wilde vervangen. Na enkele repetities zat het repertoire (overwegend skiffle muziek) er aardig in, en konden we gaan optreden (foto 4/5).

 

Ik was toen al zeer onder de indruk van het Franse repertoire door mijn vele uitstapjes naar de Belgische kust. Regelmatig bezocht ik diverse discotheken, maar in het bijzonder de ”Barque à Jack”, in Zeebrugge. De eigenaresse was de zus van de zanger Marc Aryan met zijn grote hit: “Kathy”.   Het Franse repertoire lag mij qua stijl en stem goed en al spoedig veranderde het skiffle repertoire in de populaire Franse muziek. Uiteraard speelden wij veel chansons van de Belgische zanger Adamo, maar ook van Johnny Halliday, Claude Francois, Christophe en van vele andere Franse artiesten.

 

Al spoedig werd ik gedoodverfd als de Nederlandse Adamo (foto 6).

Optredens in binnen en buitenland volgden en de populariteit steeg zienderogen.

Johnny Hoes bood mij een contract aan en spoedig volgde de opnamen van twee eigen composities “Je ne sais pas”, en “Ton Coeur”.  De singel werd goed gepromoot via radio en televisie optredens (foto 7).

 

 

Weken lang stond hij in de top 5 van Brabant (foto boven). Mede bandgenoot Fransje Haans lag het Franse repertoire ook goed en langzaam waren we voor 80% een Franse band. Ik was in die tijd geabonneerd op een Frans magazine “Salut Les Copains”, dus een toepasselijke naam had ik al snel gevonden.

 

“The Lime tree Cats” werd omgedoopt in “Les Copains” (foto 9). Drummer en vriend Harrie Simons had inmiddels zijn intrede gedaan en samen met Stef Hoes, Freek v. Olphen en Frans Haans  braken glorieuze tijden aan. Twee à drie maal per week optreden was een normale zaak en we deden het met ontzettend veel plezier.

bottom of page